donderdag 9 augustus 2012

Lekker BRASSen

Na een stuk of wat keren doorlezen van het regelboek, na één keer een half proefpotje waarbij we met z'n tweeën vier spelers waren, na het bekijken van drie filmpjes, het lezen van twee recensies en het bestuderen van een dozijn regelvragen, durf ik het volgende te beweren:

Brass is helemaal niet zo moeilijk.

Het is daarentegen ook niet makkelijk.

Brass speelt zich af in de industriële revolutie in Engeland. Je probeert daarin zo veel mogelijk victoriepunten te behalen. Die behaal je door middel van katoenfabrieken, ijzergieterijen, kolenmijnen, havens en scheepswerven. Om die te bouwen heb je geld nodig. En dat geld verdien je met katoen, ijzergieterijen, kolenmijnen, havens en scheepswerven.

Het spel wordt gespeeld in twee fases en in die fases heb je meerdere rondes en in één ronde kun je twee van vijf acties doen. Voor elke actie die je doet moet je een kaart inleveren. Je hebt er aan het begin van je beurt acht. Aan het eind van de ronde krijg je er weer twee.
  1. Je kunt geld lenen. Daarvoor lever je een willekeurige kaart in.
  2. Je kunt katoen verkopen. Daarvoor lever je een willekeurige kaart in. Je kunt alleen katoen verkopen als je katoenfabriek verbonden is met een haven.
  3. Je kunt een kanaal (fase 1) of spoorweg (fase 2) aanleggen. Daarvoor lever je een willekeurige kaart in. Je kunt alleen een kanaal of spoorweg aanleggen aan een eerdere verbinding of aan een stad waarin je een industrie gebouwd hebt. 
  4. Je kunt een industrietype ontwikkelen. Daarvoor lever je een willekeurige kaart in. Ontwikkelen wil zeggen dat je daarna betere industrieën kunt bouwen. Betere katoenfabrieken bijvoorbeeld.
  5. Je kunt een industrie bouwen. Dat kan een katoenfabriek, ijzergieterij, kolenmijn, haven of scheepswerf zijn.
    1. Als je een kaart met een plaatsnaam inlevert mag je in die plaats een industrie naar keuze bouwen.
    2. Als je een kaart met een industrie inlevert mag je in een plaats waar je aan verbonden bent die industrie bouwen.
Kolen = zwart, IJzer = oranje

Punt 5 is het lastige punt. Als je een industrie wilt bouwen die kolen nodig heeft, dan moet je er voor zorgen dat je aan kolen kunt komen in de plaats waar je de industrie wilt bouwen. Er zijn drie mogelijkheden:
  1. Er is een kolenmijn in de stad waar je de industrie bouwt.
  2. Er is een kolenmijn in een andere stad, en die stad is verbonden is met de stad waar je de industrie bouwt. 
  3. De stad waarin je bouwt is verbonden met een haven.
In die drie gevallen kun je aan kolen komen. Als dat niet het geval is mag je niet bouwen.
Als je een industrie wilt bouwen waarvoor ijzer nodig is moet je aan ijzer zien te komen. Maar daarvoor hoef je nergens mee verbonden te zijn.

Dit is het wel zo'n beetje. Er zijn spellen waarbij je meer ruimte nodig hebt om de basisregels op te schrijven. Waarom is dan de algemene opinie dat Brass een moeilijk spel is? Ik denk dat het de volgende oorzaken heeft:
  1. Bij drie van de vijf acties die je kunt doen hebben de symbolen op de kaarten geen betekenis. Je moet er gewoon eentje inleveren.
  2. Het bijhouden van het inkomen en het bijhouden van de score doe je op hetzelfde spoor. Scoren doe je maar twee keer, maar het inkomen hou je steeds bij. Het zijn twee totaal verschillende dingen.
  3. De bouwregels rondom de kolenvoorziening zie je gemakkelijk over het hoofd.
  4. Een winnende strategie ligt niet een-twee-drie voor de hand.
Brass is een spel van vraag en aanbod. Als je ziet dat er behoefte aan kolen gaat komen bouw je een kolenmijn. Als je geld nodig hebt verkoop je katoen. Als je veel victoriepunten wilt binnenspelen bouw je een scheepswerf. Zo is er altijd wel wat te doen. Maar wat is nou het slimste? Dat moet ervaring leren.

Die ervaring heb ik nog niet, want ik heb het nog nooit gespeeld. Daar komt binnenkort hopelijk verandering in, want volgens mij is het écht een leuk spel. En helemaal niet moeilijk.



1 opmerking:

  1. Hoera! Eén keer Brass achter de rug. De jongste speler won. :-) Volgens de winnaar was de overwinning te danken aan het veel bouwen van ijzergieterijen. De nummeer 2 en 3 bouwen een scheepswerf. Nummer 4 probeerde zo veel mogelijk steden te verbinden met spoorwegen. We deden er zo'n 3 uur over, inclusief snackpauzes en regelleesintermezzo's. Voorlopige conclusie: Brass krijgt van mij een 9 op de BGG-schaal. Wil het graag nog eens spelen.

    BeantwoordenVerwijderen