Een veelgehoorde klacht over spellen is dat het thema er nogal "opgeplakt" zit. Bij
Boonanza ben je bonen aan het verbouwen, maar het had net zo goed iets anders kunnen zijn. Bij
Pinguïn Party stapel je pinguïns, maar waarom eigenlijk? Ik kan daar nooit zo mee zitten. Een spel kan ook zonder thema leuk zijn. Hoewel een béétje thema wel de slagroom op de taart is. En zoals u weet: een taart zonder slagroom is cake. Ook best lekker.
Om het belang of onbelang van een thema te bewijzen doe ik nu een recensie van een spel zonder de naam te verklappen en zonder het thema uit te leggen.
In dit tweepersoons spel zijn er vijf prijskaarten te veroveren. De eerste die er drie van de vijf te pakken heeft, heeft gewonnen. Je krijgt een prijskaart in je bezit doordat je het aantal blokjes in de kleur die er op staat inlevert. De volgende prijskaarten zijn te verkrijgen:
- grijs 3
- blauw 4
- groen 5
- geel 6
- rood 7
Je krijgt dus de grijze prijskaart als je 3 grijze blokjes inlevert. Hoe kom je aan de blokjes? Er zijn vier plekken waar blokjes liggen, en op al die vier plekken ligt een aantal blokjes in willekeurige kleuren gelijk aan het volgnummer van de plek. Dus op plek 1 ligt 1 blokje, op plek 2 liggen 2 blokjes, enzovoorts. Elke plek heeft ook een "laag of hoog"-indicator. Die geeft aan hoe de blokjes te winnen zijn. Zodra de blokjes van een plek zijn gewonnen door een speler wordt de indicator omgewisseld van "laag" naar "hoog" of andersom, en worden willekeurige nieuwe blokjes op de plek gelegd in de juiste hoeveelheid.
Elke speler begint met 8 kaarten. De kaarten zijn in de kleuren van de blokjes en dragen de cijfers van 1 tot en met 13. Niet elke kleur heeft evenveel kaarten. Grijs heeft alleen de cijfers 1, 4, 7 10 en 13. Dat zijn in totaal 5 kaarten. Rood heeft ze alle 13. In je beurt mag je één kaart bij één blokjesplek leggen, aan één van beide kanten (die van jezelf of die van je tegenstander), maar alleen als dat nog past bij de kleuren blokjes die er liggen. Bijvoorbeeld: Op plek 4 liggen 2 rode blokjes, 1 blauwe en 1 grijze. Bij die plek mogen aan beide kanten 4 kaarten komen te liggen, maar alleen in de combinatie van de blokjes. Als er al 2 rode kaarten liggen aan één kant, dan mag daar alleen nog een grijze en een blauwe kaart bij aan die kant. Als de status van deze plek "laag" is dan moet je er voor zorgen dat de som van de kaarten aan je eigen kant zo laag mogelijk is. Maar de grap van dit spel is dat je er ook voor kunt zorgen dat de som van de kaarten aan de kant van je tegenstander zo hoog mogelijk is.
Ik moet zeggen dat het nog niet meevalt om een spel zo abstract te beschrijven. Daarom verklap ik het maar: het betreft hier het spel
Ballonrace. Je bent een ballonvaarder en je moet er voor zorgen dat je ballon zich gedraagt volgens de wedstrijdregels. En dat kan zijn: zo laag mogelijk of zo hoog mogelijk vliegen. Daarbij kun je niet alleen je eigen ballon besturen, maar ook die van de tegenstander.
Hier zien we meteen dat een thema niet altijd handig is. Waar zit de logica in het besturen van de ballon van je tegenstander? Heel hard blazen? Toch is dat wat in dit spel kan, en wat het nou juist leuk en bijzonder maakt. Een kaart als de rode 13 kan gebruikt worden om je eigen ballon omhoog te laten gaan op een plek waar de ballon zo hoog mogelijk moet, maar ook om de ballon van je tegenstander omhoog te laten gaan op een plek waar je zo laag mogelijk moet. Mits de kaart er bij mag komen te liggen, gegeven de kleur van de blokjes. Al met al een heel gepuzzel. Als er maar 1 rode kaart bij een plek mag komen te liggen waar je hoog moet, en je hebt een rode 13, maar je tegenstander legt aan jouw kant een rode 1, dan ... dan ...
... is dat niet leuk.
Ballonrace is wél leuk. En ik ben blij dat ze er toch een thema aan hebben weten te geven. Want dat maakt het toch ietsje gemakkelijker om uit te leggen.