![]() |
Het speelbord. Linksboven de 'beschavingsladder'. Linksonder de handelskaarten. Een rond fiche is een stam, een vierkant fiche een stad. |
De conclusie? Civilization is een goed spel. Zeker gezien de ouderdom. Jammer genoeg zijn de bijgeleverde regels niet helemaal duidelijk. Er was na afloop een flinke speurtocht op BoardGameGeek nodig om de puntjes op de i te kunnen zetten. En dan nog vraag ik me af of ik het - voor de volgende keer - goed heb.
De grootste fout die we gemaakt hebben is dat we vergaten om na de bouw van een stad de overtollige stammen van het bord te verwijderen. Voor elke stad heb je twee stammen op het bord nodig. Daar hielden we ons wel aan. Maar er mogen in een gebied ook niet meer stammen aanwezig zijn dan het getal in het cirkeltje aangeeft. Dat maakt het spel behoorlijk anders, want dat wil zeggen dat je je stammen goed verspreid moet houden, en dat wil weer zeggen dat de kans op conflicten groter wordt. Nu gingen we behoorlijk conflictloos door achtduizend jaar beschaving.
Ook hadden we niet door dat er een apart begrip 'eenheden' bestaat. Dat is niet hetzelfde dan een stam. Een stad bestaat in sommige gevallen uit vijf eenheden. Sommige rampen hebben een effect bij een bepaald aantal eenheden. Zo is Thracië aan een burgeroorlog ontsnapt. Die heeft effect als je meer dan 35 eenheden hebt. We telden alleen de stammen, niet de vijf per stad.
De belangrijkste opmerkelijke aspecten aan Civilization zijn:
- Je volk vermeerdert zich vanzelf.
- Je moet zorgen dat je volk zich verspreidt over het land, zodat je de steden van voedsel kunt voorzien.
- Je moet steden bouwen zodat je aan handelswaren kunt komen. Hoe meer steden, hoe waardevoller de handel.
- Met je handelswaren koop je uitvindingen en ontdekkingen die je volk verrijken.
- Aan het eind van de beurt schuif een stapje verder op de beschavingsladder, mits je aan bepaalde voorwaarden voldoet. Je moet eerst minstens twee steden hebben, vervolgens meerdere soorten ontdekkingen gedaan hebben, enzovoorts.
- Vechtpartijen zijn simpel: wie de meeste bevolking in een gebied heeft wint het gevecht, maar niet zonder verliezen.