De regels van Backgammon leken me altijd vrij ingewikkeld. Het had iets schaak-achtigs qua allure. Maar dat blijkt in de praktijk reuze mee te vallen. Het lijkt meer op mens-erger-je-niet voor gevorderden. Het oogt chaotisch omdat de ene speler met de klok mee en de andere tegen de klok in beweegt. Je gooit met twee dobbelstenen om je schijven te kunnen verzetten en zo naar je thuisveld te krijgen. Als je ze allemaal in je thuisveld hebt kun je ze "uitspelen". Gooi je een 1 en een 2, dan mag je een schijf 1 plaats verzetten en dezelfde of een andere schijf 2 plaatsen verzetten. Gooi je dubbel, dan heb je 4 keer die worp over je schijven te verdelen. Daarbij mag je niet eindigen op een plek waar je tegenstander meer dan 1 schijf heeft staan. Als je eindigt op een plek waar je tegenstander 1 schijf heeft staan, dan moet die schijf naar de startbalk. Vervolgens moet de tegenstander eerst die schijf weer in het spel (kunnen) spelen voor hij verder mag.
Meer over de regels op Wikipedia.
De regels zijn simpel, maar strategisch - of eigenlijk: statistisch - inzicht is nodig. Na elke worp moet de juiste keuze gemaakt worden. Ervaren spelers hebben een grotere kans om de juiste keuze te maken.
Valse dobbelstenen willen ook wel helpen. Behalve als je tegen James Bond speelt. Die neemt je dan alsnog te grazen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten